Meng het amandelmeel met de suiker, het citroensap en enkele druppels amandel extract. Voeg beetje bij beetje wat water toe en kneed het geheel tot een brokkelige, licht plakkende massa en laat even rusten in de koelkast. Voor extra lekker spijs maak je het een dag eerder en laat je het goed verpakt in de koelkast rusten tot gebruik. Let op: het duurt even voordat het vocht goed mengt met de amandelen en de suiker en er een massa ontstaat. Kneed dus wat langer door voordat je extra water toevoegt. In plaats van met de hand kneden kan je het spijs ook draaien in een foodprocessor.

Brokkel het amandelspijs in stukjes, voeg 1-2 eetlepels losgeklopt ei toe en kneed het tot een mooi zacht en plakkerig spijs. Laat het in de koelkast rusten terwijl je verder gaat met het bladerdeeg.

Ontdooi de plakjes bladerdeeg. Zodra ze zacht beginnen te worden leg je ze in een rij en plak je de randjes met een klein beetje water op elkaar.

Rol van het amandelspijs een worst die net iets kleiner is dan de aan elkaar geplakte plakjes bladerdeeg. Leg de worst op het bladerdeeg en rol het geheel op tot een mooie worst. Leg de banketstaaf, met de naad naar onderen, op een met bakpapier beklede bakplaat en vouw de uiteinden als een cadeautje netjes dicht. Bestrijk de banketstaaf met losgeklopt ei en bestrooi met geschaafde amandelen. Schuif de bakplaat in een op 210ºC hete lucht voorverwarmde oven. Zet na 10 minuten de temperatuur terug naar 180ºC en bak in nog eens 20 minuten mooi goudbruin af.