Gemaakt naar authentiek recept. Lekkerder dan taai taai en ontbijtkoek en heel leuk om te maken!
Hoeveelheid: 15korstjes
Ingrediënten:
Basisdeeg:
250grroggebloem
200grhoning
75grwater
½theelepelkaneelpoeder
Voor naturel korstjes heb je aanvullend nodig:
40gr(licht bruine) basterdsuiker
3grbaksoda (± ¾ theelepel)
Voor gemberkorstjes heb je aanvullend nodig:
14gr(licht bruine) basterdsuiker
3grbaksoda (± ¾ theelepel)
80grstemgember, gesneden
Extra benodigheden
standmixer met deeghaak
koolzaadolie met botersmaak (Brassica)
deegsteker
Aan de slag:
Basisdeeg maken:
Zeef de bloem en kaneelpoeder in de kom van je standmixer.
Breng in een pannetje de honing samen met de basterdsuiker en het water aan de kook. Als het suikerwater kookt giet je het -terwijl de standmixer langzaam draait- bij de roggebloem. Mix tot je een taaie, homegene deegmassa hebt. Maak eventuuel de randen van de kom tussentijds met een spatel schoon zodat al het bloem in het deeg terecht komt. Stort het deeg in een met olie ingesmeerde platte schaal. Druk het deeg uit tot een platte koek, dek af met plasticfolie en laat afkoelen. Laat het deeg gedurende 2 dagen op kamertemperatuur rusten. Ik zet de schaal meestal in de kast zodat er niets mee kan gebeuren.Tip: Bij kleine hoeveelheden is het deeg niet heet meer maar maak je veel deeg tegelijk dan kan het flink heet zijn. Smeer dan je handen in met olie zodat het deeg niet blijft plakken. Zo voorkom je dat je je handen brandt.
Korstjes maken:
Neem het deeg uit de schaal en kneed er de baksoda door. Voor gemberkorstjes kneed je er op het laatst nog snel de gesneden gember door.Tip: het deeg kan flink plakkerig zijn. Hou je handen en werkblad goed ingesmeerd met olie zodat het makkelijker te verwerken is.
Verdeel het deeg voor de naturel korstjes in 15 bolletjes van 35 gram. Maak je gemberkorstjes verdeel het dan in 15 bolletjes van 40 gram. Het overgebleven deeg gebruik je om de randen van de korstjes mee af te dekken.
Rol de bolletjes (hou je handen goed ingevet!) uit tot strengen van 15-18 cm en vouw dubbel als een soort haarspeld. Leg de korstjes losjes tegen elkaar op een ingevette bakplaat en leg aan beide uiteinden een half rolletje van het overgebleven deeg. De buitenste korstjes worden altijd wat droger, de rolletjes aan de buitenzijde (kantkoek) vangen dat op deze manier mooi op. Plaats het bakblik in het midden van een op 200ºC conventioneel voorverwarmde oven en bak in ± 14 minuten gaar en goudbruin.
Neem de bakplaat uit de oven en laat de korstjes op de plaat afkoelen. Verpak de korstjes zodra ze zijn afgekoeld in een plastic zak en laat 24 uur rusten. Verwijder de kantkoek (niet weggooien maar lekker opsnoepen!) en serveer de korstjes bij een kop koffie of thee. Ook lekker als tussendoortje.Eet smakelijk.
Tips:
Smokkel niet met het laten rusten van het deeg. Op het oog lijkt het alsof er niets gebeurt maar schijn bedriegt. Tijdens de twee dagen rust begint het deeg heel langzaam te fermenteren. Dit is een essentieel onderdeel: het komt niet alleen de smaak ten goede het is ook nodig om de baksoda goed te laten werken.