Om de Weesper moppen te maken, gaan we de stugge amandelspijs afslappen met eidooier. Afslappen wil zoveel zeggen als op de juiste dikte brengen en samenhangen geven. Voor Weesper moppen hebben we een licht smeuïge, kneedbare amandelmassa nodig.
Brokkel de amandelspijs boven de kom van een keukenmachine of hakmolen van een staafmixer in kleine stukjes. Uiteraard kan je de amandelspijs ook met de hand kneden maar dat is wel even kliederen.
Voeg enkele druppels citroensap en een beetje van de losgeroerde eidooier toe.
Draai alles door elkaar tot het vocht goed is opgenomen. Controleer de consistentie en voeg eidooier toe tot je een egaal en licht smeuïg mengsel hebt. Let op: voeg de eidooier in kleine beetjes toe en controleer steeds opnieuw.
Maak van de amandelmassa een bal en leg opzij om even te rusten.
Hak de walnoten fijn.
Maak van de amandelmassa een rol van ongeveer 3 cm dik en rol door de gehakte walnoten. Zorg dat de rol, met uitzondering van de uiteinden, helemaal bedekt is en druk de nootjes goed aan.
Snij de rol in plakjes van zo'n 1,5 cm dik. Pak de plakjes een voor een op, druk ze iets platter, maak de randen minder scherp en leg op een bakblik.
Schuif het bakblik in een op 190°C hete lucht voorverwarmde oven. Bak de koekjes zo'n 10 minuten tot de randjes licht goudbruin kleuren. Hou zeker de laatste 2 minuten de koekjes goed in de gaten omdat het kleuren ineens heel snel gaat. Kleuren ze teveel dan worden ze droog en taai. Haal het bakblik uit de oven en leg de koekjes gelijk op een rooster om af te koelen.Let op: elke oven is anders en de amandelmassa is de ene keer wat natter dan de andere keer. De baktijd zal daardoor steeds net iets verschillen.
Bewaar de koekjes in de koelkast of afgesloten in een trommeltje of pot buiten de koelkast. Leg er wel altijd een stukje brood bij. Het vocht uit het brood houd de Weesper moppen namelijk zacht. Eet smakelijk!
Tips:
Zijn de Weesper moppen hard geworden? Leg een (nieuw) stukje brood tussen de koekjes en ze worden weer lekker zacht.